Temmers van de waterwolf

 

PolderkoortsToen Koning Willem-Alexander nog kroonprins was en op tv aankondigde dat hij zich zou gaan specialiseren in watermanagement, deden we daar wat lacherig over. Prins Claus had het hem geadviseerd, zei hij. Dat had de prins-gemaal goed gezien. Misschien hadden we wat moeite om het woord ‘management’ te vertalen naar het gewone ‘beheer’. Hadden we dat gedaan, dan zouden we de jonge prins in gedachten in de weer hebben gezien bij sluizen, dijken, gemalen, polders en alles waar ons kleine land groot in is geworden. Wat is de Nederlander, vragen we ons tegenwoordig vaak af. Nou, Temmers van de waterwolf. We hebben ons land, te beginnen in de Middeleeuwen, met eigen handen onttrokken aan de zee.

Deze gedachten speelden door mijn hoofd toen ik de laatste bladzijde van het boek ‘Polderkoorts’ van Emiel Hakkenes met een zucht omsloeg. Op het omslag een ploeg polderwerkers poserend voor de keet, de modder kniehoog aan de laarzen. ‘Hoe de Zuiderzee verdween,’ is de ondertitel. Ik las het bij wijze van research voor mijn roman Zoete Zee, en heb het in een adem uitgelezen. Hakkenes is erin geslaagd een project van decennia, met strategische visionairs, rekenende ambtenaren, boze vissers en noeste polderwerkers als personages in een groots drama neer te zetten.

Cornelis Lely kennen we allemaal, uit de schoolboeken, en van Lelystad. Hij maakte het uiteindelijke plan, een plan waar hij voor leefde om het uitgevoerd te krijgen. Er was een watersnood voor nodig, die van 1916, om de beslissing tot afsluiting en inpoldering door de Kamer te krijgen. De aanleg van de Wieringenmeer en de Afsluitdijk konden starten. Vanzelfsprekend was niet iedereen blij met deze ingrijpende veranderingen. Hakkenes kiest Eibert den Herder uit Harderwijk als tegenspeler van Lely en zijn Zuiderzeecommissie. Deze ondernemer, activist en locale politicus was minstens even gedreven als Lely. Daardoor ontstaat er een boeiend spel van twee mannen die elkaar nooit zouden ontmoeten, maar wiens levensverhalen elkaar voortdurend kruisten.

Het is nauwelijks meer voor te stellen hoe immens de gevolgen zijn geweest van het plan van Lely. En je vraagt je af wie het zich nog realiseert als hij over de A6 door de polders snelt. Dit wijdse en vruchtbare land, met windmolens tot aan de horizon, was een mensenleven terug nog een woelige zee. Met vloed kwam het water opzetten, met eb moest je goed oppassen waar je voer. Was het springvloed, en kwam de wind uit het noordwesten, dan wierpen de inwoners van plaatsen als Harderwijk, Spakenburg en Huizen benauwde blikken op de waterstanden. Zou de dijk het houden? De zilte zeelucht maakte dat er nauwelijks bomen groeiden in hun dorpen. En vlak voor de kust kon regelmatig een school haring uit de zee worden gehaald.

Het is goed dat Hakkenes ons dit verhaal integraal voorschotelt. Het maakt ons bewust van waar we vandaan komen. We zijn in staat geweest een land op te bouwen in de zee. De verhalende aanpak maakt dat Hakkenes keuzes heeft moeten maken: een plaats per polder uitlichten. Harderwijk, Elburg, Lemmer, Marken en Medemblik komen daardoor ruim aan bod. Het wonder van Urk, dat na de afsluiting van de Zuiderzee als uit zijn as herrees en een van de meest succesvolle vissersplaatsen van Europa werd, had eigenlijk niet mogen ontbreken, maar dat is het gevolg van de aanpak van de auteur. De uitgebreide literatuurverantwoording geeft veel aanknopingspunten om je verder in dit verhaal te verdiepen. Een prachtig boek!

Arie Kok

N.a.v. Polderkoorts, hoe de Zuiderzee verdween, Emiel Hakkenes, Uitgeverij Thomas Rap Amsterdam, 414 pagina’s, € 22,99.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Actuele blogs, Bargt, Boeken, Recensies

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s